Compromis of wederzijdse (ver)koopbelofte? Wat is het verschil – en wanneer kies je beter voor het één of het ander?
Bij de aankoop of verkoop van een woning denken de meeste mensen spontaan aan een compromis: de onderhandse verkoopovereenkomst waarin koper en verkoper zich verbinden tot de overdracht van het goed.
Maar er bestaat ook een alternatief: de wederzijdse koop- en verkoopbelofte.
Beide documenten zijn bindend, maar verschillen op enkele belangrijke punten:
🔹 Tijd: Bij een compromis moet de notariële akte binnen de 4 maanden volgen, anders zijn er registratierechten verschuldigd. Bij een wederzijdse belofte geldt die termijn niet. Handig als je bijvoorbeeld pas na 6 maanden wil passeren bij de notaris.
🔹 Flexibiliteit: Een wederzijdse belofte laat toe om de optie over te dragen, bv. aan je kinderen of je vennootschap. Zo’n wijziging is niet mogelijk bij een compromis.
🔹 Structuur: In een wederzijdse belofte geven partijen elkaar een optie. De overeenkomst wordt pas definitief zodra de koper die optie licht. Toch is het ook dan bindend, en is de verkoper verplicht mee te gaan.
📌 Vooral voor kopers kan een wederzijdse belofte dus voordelen bieden. Maar omdat het juridisch wél sluitend moet zijn, laat je zo’n document best opstellen door een notaris – zeker als er ook een voorschot of waarborg wordt betaald.
Sinds 1 september 2025 is de oprichting van een Kamer voor Minnelijke Schikking (KMS) verplicht binnen de rechtbank van eerste aanleg, arbeidsrechtbank, ondernemingsrechtbank, het hof van beroep én het arbeidshof.
Wat verandert er vanaf 1 september 2025? Tot dan waren rechtbanken vrij om te kiezen of ze een KMS oprichtten; vanaf die datum is dat verplicht. Magistraten in de KMS moeten een gespecialiseerde opleiding in verzoening en bemiddeling hebben gevolgd, behalve degenen...
